terug

Schade voor strafzaken

AMSTERDAM –  Lopende straf- en opsporingszaken dreigen schade op te lopen door het dna-schandaal bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), waarover De Telegraaf gisteren berichtte.

Strafrechtadvocaten door het hele land zeggen van het NFI te willen horen of de medewerkster die op non-actief werd gezet voor vermeende fraude met dna-profielen ook betrokken was bij andere dna-onderzoeken.

De Rotterdamse strafpleiter Frank van Ardenne: “Ik heb het NFI inmiddels gevraagd of zij tevens invloed had op dna-onderzoeken in een aantal moordzaken waarin ik verdachten bijsta. Verdachten hebben het recht op die openheid.”

Van Ardenne noemt het volstrekt onbegrijpelijk dat het NFI de zaak niet heeft aangemeld bij de Raad voor Accreditatie. “De raad dient te beslissen of dit gevolgen voor de accreditatie van het NFI dient te hebben en of er alsnog een extern onderzoek moet komen. De betrouwbaarheid van het NFI staat ter discussie, het is het kloppend hart van de forensische opsporing waarop wij volledig moeten kunnen blindvaren. Juist zware misdrijven als moorden of zedenzaken staan of vallen met bewijs dat door het NFI wordt aangeleverd. Het dient voor honderd procent vast te staan dat bewijzen niet worden gemanipuleerd.”

Zijn collega Michel van Stratum in Den Haag gaat de rechtbank morgen in een afpersingszaak vragen om een tegenonderzoek op het gebied van dna. “Dat werd eerder afgewezen omdat het NFI volgens de officier van justitie betrouwbare onderzoeken verricht en deugdelijke methoden toepast. Dit alles wijst op het tegendeel.” Van Stratum pleit voor diepgaande screening van NFI-medewerkers. Ook de Haarlemse strafrechtadvocaat Esther Vroegh wil tekst en uitleg. “Bij welke zaken was deze medewerkster betrokken? Over welk tijdsverloop had zij toegang tot dna-onderzoeken? Grote vraag is of zij connecties binnen het criminele circuit heeft. Tevens moet onderzocht worden of ook andere NFI-medewerkers op deze wijze kunnen opereren.”

Bron: Telegraaf, 20 september 2009