KOEKANGE/HAARLEM – De tante van de vermiste Drentse tiener Willeke Dost (1992) heeft met haar advocaat Esther Vroegh bezwaar gemaakt tegen het besluit van justitie om de pleegmoeder en pleegbroer van Willeke niet verder te vervolgen. Dat heeft Vroegh gisteren aan deze krant gemeld.
Het bezwaar is ingediend bij het Gerechtshof Leeuwarden. Het gaat om een zogenaamde artikel 12 procedure. De advocaat wil ook het strafdossier inzien. Tot nu toe is inzage in het strafdossier geweigerd door het Drentse openbaar ministerie (OM), omdat het onderzoek naar de verdwijning van de tiener nog loopt. De advocaat en de tante van Dost zeggen het dossier nodig te hebben ter voorbereiding van de raadkamerzitting die nu volgt. Ze zijn ervan overtuigd dat het dossier “voldoende aanknopingspunten bevat om de vervolging door te zetten”, zo staat in de brief aan het Hof.
De pleegmoeder en pleegbroer werden in juni 2010 aangehouden voor betrokkenheid bij de verdwijning van Dost. De verdachten werden uiteindelijk vrijgelaten omdat er onvoldoende bewijs lag tegen de twee. Ze bleven wel verdachte. De rechtbank bepaalde eind vorig jaar dat het OM een vervolgingsbeslissing moest nemen. Justitie besloot om de twee niet verder te vervolgen, zodat ze ‘verdachte af’ werden. Het besluit van justitie om de pleegmoeder en -broer niet verder te vervolgen kan nu worden teruggedraaid door het Hof. Justitie moet dan de pleegmoeder en -broer alsnog voor de rechter brengen. Het Hof bepaalt ook of het strafdossier van de zaak Dost alsnog naar de tante gaat.
Pleegmoeder Herna Mulders zegt de procedure met vertrouwen tegemoet te zien. “De tante snapt het kennelijk nog steeds niet. Als we echt wat met haar verdwijning te maken hadden gehad was ze wel tevoorschijn gekomen”, aldus de pleegmoeder, refererend naar eerdere zoekacties van de politie op haar terrein en in haar woning.